Redelijk vaak zien wij kinderen die aangemeld worden voor slissen of speekselverlies (kwijlen) of kinderen en jongeren die op verzoek van de orthodontist verwezen worden.  We zien dan dat de oorzaak van bijvoorbeeld het slissen ligt in de afwijkende mondgewoonten en de oorzaak van de afwijkende stand van de tanden ook vaak verklaard wordt door afwijkende mondgewoonten.

Afwijkende mondgewoonten zijn bijvoorbeeld: 

• Open mondgedrag of mondademen
• Foutieve slikgewoonten
• Duimzuigen of vingerzuigen
• Een lage tongpositie

Vaak is de balans tussen de verschillende mondmotorische spieren verstoord. De spieren in de lippen of wangen zijn bijvoorbeeld niet sterk genoeg om de mond in rust gesloten te houden. Ook kan er, bijvoorbeeld door duimzuigen, vingerzuigen, maar ook door speenzuigen sprake zijn van een lage tongpositie. Als kinderen televisie kijken of spelen zie je dan vaak dat de mond een stukje open staat en de tong laag in de mond ligt.  Bij het slikken wordt de tong dan naar voren geduwd tegen de tanden aan of tussen de tanden door. Dit noemen we tongpersen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de stand van tanden. Als kinderen dan ouder worden kunnen ze daardoor een beugel nodig hebben. Deze kinderen worden dan vaak door de orthodontist of tandarts verwezen.

Als kinderen al bij een orthodontist komen dan kijkt deze altijd naar de mondgewoonten. Zijn de mondgewoonten goed, dan slaat ook de behandeling bij de orthodontist beter aan en is er minder kans dat de problemen terugkomen.

Daarnaast kan iemand door afwijkende mondgewoonten gaan slissen of  onduidelijker spreken.

Als je te maken hebt met afwijkende mondgewoonten kan de oro-myofunctionele therapie  (OMFT) helpen. Je doet dan oefeningen waardoor spieren weer sterker worden en het evenwicht tussen de verschillende spieren hersteld wordt.

Samen met ouders, kinderen en jeugdigen kijken we welke problemen ervaren worden en welke oefeningen daar het beste bij passen om het beter te maken.